Christenen geloven dat er een zondvloed is geweest. De ‘stamhouders’ van de dieren die je nu om je heen ziet, hebben dan op de ark van Noach gezeten. Waren daar ook dino’s bij?
Om op die vraag antwoord te kunnen geven, moet je eerst wat zaken in een scheppingskader plaatsen:
Scheppingskader
De aardkorst is verdeeld in allerlei lagen. De onderste delen daarvan worden in beslag genomen door lagen die door onvoorstelbare grote vloedgolven op het land zijn gesmeten. Zelfs de afzetrichting van deze modderlawines is over hele continenten terug te vinden. Tezamen vormen deze afzettingen de lagen die wetenschappers aanduiden met het Cambrium tot het Perm (verzamelnaam: Paleozoïcum). In die lagen zijn uitsluitend massakerkhoven van zeedieren terug te vinden. Er komen geen grote aantallen van resten van landdieren in voor. Ook niet van dinosaurussen.
Zondvloedlagen
Deze zondvloedlagen kom je overal tegen. De lagen die daar weer bovenop liggen, zijn uitsluitend terug te vinden in toenmalig kustgebieden, laaglanden en rivierdelta’s. Deze lagen heten: Trias, Jura en Krijt. En dàt zijn de lagen waarin grote aantallen dinoresten worden gevonden.Sommige creationisten zoeken het ontstaan van deze lagen in de woelige tijd tussen Noach en Abraham. Wellicht in de tijd dat Peleg leefde, want ‘in zijn dagen is de aarde verdeeld’, meldt Genesis 10:25. Maar dat (ver)delen van de aarde kan ook te maken hebben met een stijging van de zeespiegel aan het einde van de IJstijd, waardoor landbruggen verdwenen en continenten geïsoleerd raakten. Daar zijn creationistische wetenschappers niet eensgezind over.
Wel in de ark
Omdat er geen resten van dinosaurussen zijn gevonden in de zondvloedlagen en wél in de lagen erna, is het aannemelijk dat hun ‘stamhouders’ in de ark aanwezig waren. Genesis 7:22 zegt: ‘Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het droge was, is gestorven.’ Op basis hiervan is het uitgesloten dat dinosaurussen zwemmend de zondvloed hebben overleefd. Maar er zijn honderden soorten dino’s bekend. Hoe kan Noach die allemaal aan boord hebben gehad? Er worden inderdaad honderden dinosoorten onderscheiden, maar je kunt al die soorten ook herleiden tot vijftig ‘basisfamilies’. Noach hoefde dus niet elke soort aan boord te nemen, maar slechts de vertegenwoordigers van die basisfamilies. Dat geldt overigens net zozeer voor alle andere dieren op de ark. Het is bekend dat waarschijnlijk alle soorten hedendaagse hondachtigen van één type afkomstig zijn: wolven, dingo’s, coyotes, jakhalzen. En als je de variëteit van huishonden in ogenschouw neemt… ze hebben allemaal dezelfde genen en zijn van dezelfde soort: van de sint-bernard tot de chihuahua. Ze zijn genetisch zo gelijk dat ze zich onderling kunnen voortplanten. Uiterlijke kenmerken zijn kennelijk niet zo belangrijk. Zo ook met de dino.
Was de ark groot genoeg?
Was de ark groot genoeg om alle benodigde dieren aan boord te nemen? Een reconstructie aan de hand van berekeningen en aannames. Onderzoeker John Woodmorappe, schrijver van Noah’s Ark: a Feasibility Study, heeft berekend dat er zo’n 8.000 diersoorten aan boord van de ark gingen: 16.000 dieren in totaal. De gemiddelde grootte van deze dieren zou die van een konijn zijn. De gemiddelde grootte van een dinosaurus komt volgens de berekeningen van Woodmorappe uit op die van een schaap. Niet alle dinosaurussen waren namelijk zo groot als de bekende Tyrannosaurus rex. De meeste waren veel kleiner. De kleinste heette Mosasaurus, ook wel een muishagedis genoemd, met een schedel van ongeveer tweeënhalve centimeter doorsnee. Ook is het zo dat alle dinosaurussen klein beginnen. Het zijn reptielen en komen uit eieren. De grootste eieren die gevonden zijn, hebben de afmeting van een rugbybal. Als er jonge dinosaurussen aan boord waren, zullen ze dus tamelijk klein zijn geweest
Link van de tekst: http://www.weet-magazine.nl/ging-de-dino-mee-op-de-ark/

Maak jouw eigen website met JouwWeb